In de week voorafgaand aan 4 en 5 mei 2025 heb ik mij laten inspireren door het werk van Sonja Prins (1912 – 2009). Een verzetsvrouw die gedichten schreef en in kamp Ravensbrück heeft gezeten. Pas in de jaren ’70 ontving zij een verzetspensioen en is daarna als kluizenaar in een vervallen boshut gaan wonen om te schrijven en dichten.
Kunstenaar Anne Pillen heeft vanaf 2016 de aanzet gegeven om de vervallen boshut te behouden en daarvoor is stichting AnnAtopiA opgericht. Helaas werd Anne ongeneeslijk ziek en is ze in 2019 overleden. Op het perceel is achter de boshut een tiny house gebouwd, zodat het makkelijker was om kunstenaars daar te laten verblijven. Rond de boshut en het boshuis ligt een stuk bosgrond waar al kunstenaars werk hebben gemaakt, onder andere een schrijvershut voor kinderen.
Sinds 2023 ben ik mij meer gaan richten op het schrijven van korte verhalen en gedichten. Begin september 2024 las ik een nieuwsbericht van het literatuurmuseum over vergeten vrouwelijke schrijvers en dichters. Het verhaal van Sonja Prins maakte mij nieuwsgierig naar haar gedichten. Het leek mij mooi om haar leven te ervaren rond de boshut en we maakten een reservering voor een ‘artist in residence’ bezoek begin mei 2025. Dit jaar vieren we 80 jaar bevrijding in Nederland en voor mij persoonlijk is dat nog steeds actueel. Alle oorlogen die er zijn raken mij altijd, onbegrijpelijk wat mensen elkaar aan kunnen doen. Mijn vader was 12 jaar toen zijn vader (mijn opa) vlak voor de bevrijding werd doodgeschoten door gedeserteerde soldaten uit het Duitse leger. Een roofoveral op de boerderij. In de familie heeft dit lang effect gehad en ik voel daardoor wat zoiets generaties later nog voor gevolgen heeft. De gebeurtenis heb ik opnieuw beschreven in een kort verhaal vanuit het perspectief van boerderijhondje Fikkie. Het verhaal was waardevol voor mijn vader en mijn familie.
Over het leven van Sonja Prins is een biografie verschenen, ze had een totaal andere levensloop dan mijn grootouders. Sonja kwam uit een burgelijk gezin in Haarlem, mijn grootouders waren boeren nabij het dorp Lisse. Ondanks dat Sonja van goede komaf was koos ze voor een eenvoudig leven en wilde ze de verschillen tussen burgerij en arbeiders verkleinen. Ook de rechten voor vrouwen vond ze heel belangrijk. Haar gedichten hielpen haar al vanaf kind zijn om gedachten te ordenen en ik vind ze daardoor goed leesbaar. Ze heeft er erg veel in haar leven gemaakt, er zijn 6 boeken uitgegeven met haar proza en gedichten. In onderstaand gedicht kijkt ze terug op haar verblijf in kamp Ravensbrück.
Ravensbrück
Wij lieten u daar achter
op de kale vlakten
in het oosten
zovelen van de onzen
zijn daar gebleven
Wij lieten u daar liggen
op de modderwegen
en sneeuw en regen
geen hart kan dit vergeten
geen hoofd is als weleer
Wij bleven zelf achter
op de grote heuvels
in de geulen
met leem op onze handen
een schim uit uw verleden
Het voelde zwaar om naar de boshut te gaan, geen vrolijk vooruitzicht. Gelukkig bood het tiny house – boshuis wat comfort, Ron en ons hondje Buddy waren ook mee. De bomen en het geluid van vele vogels boven ons maakte het rustig. Veel gelezen, veel rondgelopen en in onderstaande foto’s kun je het werk zien wat ik daar zoal gemaakt heb. Verdriet mag hier zijn, kunst bood mij ruimte en rust. Dit verslag (vlak na de herdenking op 4 mei) sluit ik af met een van de gedichten die ik daar geschreven heb:
Rond de boshut van Sonja Prins
Het voorjaar klinkt door in alles
vogels fluiten hevig
onzichtbaar, hoog in de bomen
varens veren vanuit hun krullen omhoog
kleine bomen groeten op oud hout
lelies der dalen bij de ingang
schaduwplekken op de grond
omdat de zon door de bomen schijnt